Hijman Vrieslander
Al op vierentwintigjarige leeftijd was Hijman Pines Vrieslander (Amsterdam 22 april 1913) chazan (voorzanger) en godsdienstleider bij de joodse gemeente in Zaandam. In maart 1939 werd hij geïnstalleerd als secretaris en voorganger van de joodse gemeente in Steenwijk. Op dat moment studeerde hij nog om zijn opleiding als rabbijn te voltooien. Drie maanden later, op 23 juni, trouwde hij met Carolina Cohen (Oldenzaal 23 juli 1913). Het echtpaar betrok een woning aan de Gasthuisstraat 12. Enkele weken voor de bezetting, op 14 april 1940, kregen zij een dochter: Mirjam Sjelomieth. In februari 1941 moesten de Steenwijkse joden zich op het gemeentehuis laten registreren. Na betaling van drie gulden schreef Hijman Vrieslander zijn gezin op 19 februari in. Nog geen maand later, op 10 maart 1941, werd zoon Daniël Immanoeël geboren. Hij was het laatste joodse kind dat tijdens de oorlog in Steenwijk ter wereld kwam.
Het gezin Vrieslander ging regelmatig uit logeren bij de familie Meij in Kalenberg. Hun dochtertje Mirjam speelde dan altijd met Adriaan, de zoon des huizes. Als hoofd van de school in Kalenberg moet Meij goede contacten gehad hebben maar bij het onderwijzersgezin onderduiken bleek niet mogelijk omdat de NSB hen in de gaten hield.
Hijman Vrieslander leidde niet alleen de gebedsdiensten in de synagoge maar gaf ook godsdienstonderwijs en zorgde ervoor dat het slachten volgens de juiste rituelen verliep, zodat het vlees koosjer was. Toen er alleen nog maar in Wolvega onder rabbinaal toezicht geslacht mocht worden, ging hij daar op de fiets heen. Daarnaast trad Hijman op als vertegenwoordiger van de Joodsche Raad in Steenwijk. Hij hield kantoor in zijn eigen huis, waar vanaf mei 1942 ook kleermakerscursussen gegeven werden. Deze waren bedoeld voor Joodse mannen die uit overheidsdienst waren ontslagen of die hun bedrijf aan de Duitsers waren kwijtgeraakt. In juli 1942 hielden de cursussen op omdat de Joodse mannen naar werkkampen gestuurd werden.
Ook Hijman ontkwam niet aan tewerkstelling. In de vergadering van het synagoge-bestuur op 9 augustus 1942 liet hij weten dat hij was opgeroepen. Een week later, op 16 augustus, woonde hij de ochtendvergadering in het schoollokaal niet meer bij. Zijn mede-bestuursleden verwachtten dat zijn afwezigheid "ook voor de gemeente groote moeite" zou meebrengen maar waren eensgezind van mening dat er "geen financieele zorgen zullen komen" voor zijn gezin. De volgende dag begeleidde een Steenwijkse agent Hijman naar werkkamp Ruinen. Het politierapport van 17 augustus vermeldde hierover: "Transportkosten van Vrieslander, Gasthuisstraat 12, naar Ruinen bedragen f 2,90. f 0,90 voorgeschoten aan Vrieslander hetgeen door de vrouw alhier kan worden betaald".
Een van Hijmans medewerkers lichtte op 15 september het regionaal kantoor van de Joodsche Raad in over zijn vertrek: "te Steenwijk zijn ook al de mannen tot 65 jaar weg. De Hoofdvert[egenwoordiger] der J.R., de heer Vrieslander insgelijk". Op 13 november woonden er nog slechts vijf joodse gezinnen in Steenwijk, "de rest is gevlucht". In april 1943 waren ook zij uit de stad vertrokken. De burgemeester rapporteerde "De woningen zijn behoorlijk afgesloten en de sleutels zijn bij den Inspecteur van Politie ingeleverd".
Lang bleef Hijman niet in werkkamp Ruinen: al na een dag werd hij doorgestuurd naar Westerbork waar hij een onderkomen kreeg in zaal 1 van barak 3a. Zijn echtgenote Carolina slaagde er bijna in om vrijstelling voor Hijman te verkrijgen. Alleen een stempel van het arbeidsbureau te Meppel ontbrak nog. Op 21 augustus stuurde zij een telegram naar de commandant van Westerbork met het verzoek te bemiddelen "indien Vrieslander zonder dit stempel in Westerbork niet vrij kan komen".
Haar poging was echter tevergeefs want korte tijd later voegden Carolina, Mirjam en Daniël zich bij Hijman. Het gezin verbleef acht maanden in Westerbork. Op 18 mei 1943 gingen zij op transport naar Sobibor, waar zij drie dagen later zijn omgebracht.
bronnen:
Familie Vrieslander kon niet onderduiken en stierf in Sobibor" in: Steenwijker Courant 4 mei 2018
Rossum J. van, 51 portretten: de vermoorde joden van Steenwijk uit de schaduw (Steenwijk 2005)
NIOD archief 182 inv.no. 236