Dutch-NetherlandsEnglish (United Kingdom)
Sobiborinterviews.nl
 

Max van Dam

socialistisch kunstenaar
Zelfportret Max van DamDe kunstschilder Max van Dam werd op 19 maart 1910 geboren in Winterswijk in een joods SDAP-milieu. Zijn vader Aron was directeur van de coöperatie De Dageraad, een bloeiend bedrijf dat verscheidene bakkerijen exploiteerde. Aron van Dam zat bovendien voor de SDAP in de gemeenteraad en werd later lid van de Provinciale Staten van Gelderland. Zoon Max volgde in Amsterdam een tekenopleiding en in Antwerpen bezocht hij de Academie voor Schone Kunsten van Isidoor Opsomer. Als beginnend kunstenaar stelde Max van Dam zijn talent in dienst van de socialistische idealen en in 1934 ontwierp hij een affiche voor grote gewestelijke demonstraties die de SDAP organiseerde tegen alle vormen van dictatuur. Hij was een groot bewonderaar van het sociaal realisme van de Duitse kunstenares Käthe Kollwitz, wier werk door de nazi’s in 1933 als ‘entartet’ werd beschouwd.

 

 

 

reizen en zionisme als inspiratie
Tekening Max van DamIn het voorjaar van 1936 maakte Van Dam per fiets een reis naar Italië, waar hij in Venetië de Biënnale bezocht en zich verdiepte in de Italiaanse kunstgeschiedenis. De vele schetsen die tijdens zijn reis ontstonden, vormden de basis voor zijn eerste solotentoonstelling, die plaatsvond in zijn geboorteplaats Winterswijk. Ook hing er werk uit zijn Antwerpse tijd. Ondanks redelijk veel publiciteit en een gunstige ontvangst in de lokale pers viel de verkoop tegen. Een jaar later was Van Dam in Parijs en bezocht daar de Salon de l’art des Independants, waar werk van moderne kunstenaars als Picasso en Dufy hing. In de Franse hoofdstad verkeerde hij vaak in het gezelschap van een onbekend gebleven jonge Duitse vrouw, die fel anti-nazi was, en met wie hij veel sprak over de politieke ontwikkelingen in Duitsland. Hij betoonde zich zeer begaan met het lot van joodse vluchtelingen uit Duitsland. Na Parijs trok hij verder naar het zuiden en streek enige tijd neer in het Zuidfranse vissersdorp Collioure, waar hij probeerde uit een artistieke impasse te geraken.

 

In Nederland had hij eerder de joodse kunstenares Fré Cohen ontmoet, overtuigd socialiste en ook zeer geïnteresseerd in het zionisme. Ook Van Dam raakte geboeid, las De joodse staat van Theodor Herzl en raakte ervan overtuigd dat het zionisme voor het joodse volk een innerlijke noodzaak vormde. Maar anders dan Herzl, die in 1898 profeteerde: ‘In Basel habe ich den Judenstaat gegründet, in 50 Jahren ist er da’, was Van Dam pessimistisch over de mogelijkheid een joodse staat te vestigen. In 1938 kreeg hij de opdracht voor een congres van Nederlandse zionisten in Amsterdam een groot portret van Herzl te schilderen. In dit schilderij heeft hij naar eigen zeggen vooral het ‘grote denkerschap’ van de zionistenleider willen uitdrukken.

 

Prix de Rome
Portret Max van DamVan Dam bereidde zich in 1938 tevens voor op het examen van de Prix de Rome, de prestigieuze aanmoedigingsprijs voor jonge kunstenaars en architecten. Het verplichte thema was dat jaar ontleend aan het Oude Testament: de verdrijving van Hagar en Ismaël uit het huis van Abraham. Van Dam won de tweede prijs en ontving de zilveren medaille. Ook de pers was lovend en sprak van een talentvol, hoewel nog onrijp kunstenaar. Aangemoedigd door de positieve reacties nam Van Dam zich voor ook andere genres dan het portret te onderzoeken en begon de compositorische mogelijkheden van het stilleven te verkennen. Nadat hij zich in Amsterdam had gevestigd raakte hij geïnspireerd door Breitner en begon hij zich bekwamen in het stadsgezicht. In 1939 maakte hij kennis met de kunstminnende Alice De Jong-Weil en haar echtgenoot, die hem een aantal opdrachten gaven.

 

 

onderduik en vlucht
Portret Max van DamIn de eerste maanden van de Duitse bezetting was van de jodenvervolging nog maar weinig te merken. Maar achter de schermen bereidde de bezetter koortsachtig maatregelen voor die erop gericht waren de joden geleidelijk uit het openbare leven te verwijderen: uit het bedrijfsleven, uit de overheid en ook uit het culturele leven. Vanaf 10 januari 1941 werd de registratieplicht van kracht en moesten ‘personen van geheel of gedeeltelijk Joodsche bloede’ zich op last van de bezetter melden. Max van Dam liet zich in maart registreren maar dook kort daarop onder in Blaricum, waar ook Alice De Jong-Weil een veilig heenkomen had gezocht. Haar man zat elders ondergedoken. Op zijn onderduikadres kwam Van Dam nog tot werken; hij maakte schetsen van de omgeving en vervaardigde portretten. Omdat de situatie te gevaarlijk werd, besloten beiden in het najaar van 1942 te vluchten naar Zwitserland, waar Alice oorspronkelijk vandaan kwam. Bij de Zwitserse grens werden de vluchtelingen echter na verraad opgepakt door de Sicherheitsdienst en Max werd op transport gesteld naar het doorgangskamp Drancy, het Franse Westerbork. Zijn metgezellin werd uiteindelijk vrij gelaten.

 

schilder in Sobibor
Portret Max van DamOp 25 maart 1943 werd Van Dam op transport gesteld naar Sobibor, waar hij zich bekend maakte als kunstschilder en winnaar van de Prix de Rome. In het kamp was een schildersruimte, waar ook de Pool Moshe Goldfarb werkte en verder nog twee Nederlandse schilderessen, onder wie Li van Staden. Ook Max van Dam werd hier als schilder tewerkgesteld en hij maakte menig schilderij voor de SS-kantine. Na de oorlog verklaarde Frenzel, een van kamp-SS’ers, tegenover Jules Schelvis, die de geschiedenis van Sobibor heeft beschreven, dat Max van Dam een voorkeursbehandeling had genoten: ‘Hij [Van Dam] hoefde niet op appèl te staan, terwijl zijn eten hem door medegevangenen gebracht werd. Ik vroeg hem schilderijen voor de SS-kantine te maken die niet aan het kamp of aan de oorlog zouden herinneren, het waren uitsluitend landschappen.’

Volgens Kurt Thomas, een Tjechische overlevende van Sobibor en in het kamp werkzaam als Sanitäter, moest Van Dam echter ook portretten van de SS’ers maken. Toen hij in april 1943 bezig was met een portret van Frenzel hadden de Duitsers juist een vluchtpoging in Lager III – waar de gaskamers waren – door verraad weten te verijdelen. Alle 150 gevangenen die in dit deel van het kamp werkzaam waren, werden daarop doodgeschoten. Omdat het brein achter de ontsnappingspoging een Nederlander zou zijn, liet Frenzel als represaille bovendien alle Nederlandse mannen vermoorden die in het kamp als Arbeitsjuden tewerkgesteld waren. Op Van Dam na – de schilder moest eerst Frenzels portret nog voltooien. Het was uitstel van executie; ook Van Dam werd uiteindelijk in Sobibor om het leven gebracht, vermoedelijk rond 20 september 1943.

 

Portret Max van Dam

VanDam49657

 

 

 

 

 

 

Zelfportret Max van Dam

Zelfportret Max van Dam

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Terug naar "Nederlandse overlevenden"

Let op: opent in een nieuw venster AfdrukkenE-mailadres